Interview met Thessa uit Bewakers van het fragment

Wat is je naam?
Mijn naam is Thessa

Wie ben jij?
Ik ben een twintigjarige vrouw en een bewaker van het fragment. Ik heb donker krullend haar en heb net als de rest van mijn stam tatoeages op mijn hele lichaam staan. Die geven aan waar ik vandaan kom en wat ik heb bereikt.

Waar woon je?
Mijn stam leeft bij een oase in het midden van het woestijnland Aldon. De oase is een gift van de godin, om ons te helpen bij onze heilige missie. Vlakbij de oase ligt namelijk een krater, hier is dertig jaar geleden een deel van de komeet neergestort. Wij hebben het overgebleven fragment verstopt in de kraterwand en vechten tegen buitenlanders die op zoek zijn naar dit fragment en tegen andere stammen die onze rijkdom willen stelen.

Wat wil je het liefst?
Mijn broer Brutus is eerder dit jaar vertrokken. Hij vond het bewaken van het fragment niet belangrijk meer en wilde rondreizen. Ik mis hem zo veel en wil hem weer in mijn armen sluiten. Hij is de persoon van wie ik het meest hou en hij had beloofd dat hij terug zou komen. Dat is hij helaas nog niet en ik wil hem gaan zoeken!

Noem een eigenschap waar je je voor geneert.
Waar ik me voor schaam? Ik kan…
Het spijt me, het blijft moeilijk om ervoor uit te komen. Het is iets wat ik onlangs heb ontdekt en zelf nog aan moet wennen. Misschien helpt het als ik het uitspreek. Daar komt het dan. Ik kan magie gebruiken!
Wat is het vreemd om dat te zeggen. Ik weet niet hoe dit is gebeurd, ik ben niet onder de komeet geboren. En toch zitten die kwaadaardige krachten in mij.

Wie of wat zet je ertoe aan om door te zetten waar een ander misschien op zou geven?
Magiërs zijn slecht en verdienen het niet om te leven. Zo heb ik altijd gedacht, net als de rest van mijn stam. Veel stamgenoten zouden opgeven en de dood omarmen. Ik niet! Ik voel me niet slecht, ik ben niet slecht. Het is dit geloof in mezelf waardoor ik doorzet.

Tegen wie of wat neem je het op in dit verhaal? Wie of wat werkt je tegen?
Mijn stam vindt het belangijker om magie uit te roeien dan om antwoorden te krijgen. Ze zouden niet naar me luisteren en me niet geloven. Daarom moet ik zelf op zoek naar antwoorden. Om mezelf te redden, maar ook voor de rest van mijn stam.

Wat maakt jou overstuur of brengt je in verlegenheid?
Als ik aan mijn vader denk, word ik razend. Ik weet niet precies waarom. Ja, hij heeft ons gezin verlaten toen ik jong was. Maar we hebben ons prima zonder hem gered, we hebben hem niet nodig. Mijn haat heeft een diepere bron, ik kan me alleen niet meer herinneren wat hij me heeft aangedaan. Misschien moet ik hem opzoeken en confronteren…

Het boek waar je voorkomt heet:
De Komeet Boek 2 – Bewakers van het Fragment