Interview met Thoran uit De Komeet
Wat is je naam?
Ik heet Thoran.
Hoe zie je eruit?
Ik ben zestien jaar oud en klein voor mijn leeftijd. Ook ben ik niet erg gespierd, ik ben tenger. Daar klaag ik alleen niet over, want door mijn bouw ben ik snel en kan ik ongezien blijven. Verder zijn mijn haren kort en zwart en heb ik bruine ogen.
Waar woon je?
Ik woon in Wavelingen, de hoofdstad van Rhodas. En wat hou ik van deze stad! Het is de plek waar ik ben opgegroeid en waar ik alles voor zou doen. Ik kwam al op jonge leeftijd op de straat terecht. Het was vaak zwaar, maar ik leerde mijn stad door en door kennen. Ik kon steeds meer stelen totdat ik mijn eigen kamer kon betalen, maar dat is nog niets bij de ruimte die ik nu heb. Je zou het niet geloven als ik vertel waar ik nu woon!
Wat wil je het liefst / wat is je grootste verlangen?
De laatste tijd verlangde ik naar meer weten over waar ik vandaan kwam. Wie waren mijn ouders? Ik hou van mijn vrienden en de stad, maar ik zou heel graag ook leren dat er nog iemand van mijn familie leeft. Daar ben ik laatst naar op zoek gegaan!
Noem iets waar je trots op bent.
Ik ben trots op mijn vlugge handjes! Er is geen slot dat ik niet open kan krijgen, geen geldbuidel die ik niet los kan krijgen van iemands riem. Daarbij ben ik de beste klimmer die ik ken. Er is niets mooiers om de groeven in de muur vast te grijpen en zo naar boven te klauteren. Ik hoef daar niet eens over na te denken, het is praktisch hetzelfde als normaal lopen. Maar ik weet waar ik die gave vandaan heb en ik ben trots op hoe ik het gebruik.
Tegen wie of wat neem je het op in dit verhaal? Wie of wat werkt je tegen?
De man met de zweren en ik ben altijd bang voor hem geweest. Hij kwam toen ik jong was geregeld bij ons op bezoek en keek dan vanaf een afstandje naar de training die ik moest ondergaan. Hij gaf me toen al de rillingen en toen mijn ouders stierven wist ik dat ik niet kon blijven. Anders zou de man met de zweren me vinden. Al die jaren had ik hem niet meer gezien, totdat ik ergens inbrak. Ik zag hem maar heel even, maar herkende hem direct. Hij vertelde slechte dingen en ik wist dat ik hem moest tegenhouden.
Wat kan een lezer van jouw verhaal leren?
Een manier hoe je kunt omgaan met verlies. Ik ben laatst iemand verloren en voor even werd ik verzwolgen door woede en wraak willen nemen. Maar dat was niet goed. Ik was zoekende naar hoe ik mijn verlies een plek kon geven, hoe ik mijn pijn kon omdraaien. Ik denk dat ik dat heb gevonden en nodig je uit mijn reis hierin te lezen.
Wat brengt je in verlegenheid?
Misschien vrouwen? Ik heb daar weinig ervaring mee en anderen weten dat. Ze plagen me er wel eens mee.
Voor wie of wat zou jij je leven opofferen als dat je laatste keuze was?
Voor mijn stad! Vroeger wilde ik alleen voor mezelf zorgen en voor de mensen die ik lief heb. Dat is niet genoeg meer. Ik wil Wavelingen een veilige plek voor iedereen maken. Iedereen moet genoeg te eten en een plek om te slapen hebben en er moeten geen gevaren meer zijn van buitenlanders of criminelen zijn. Dat is altijd al Fiona’s droom geweest en die volg ik nu ook. Hier zou ik alles voor doen, zelfs als dat uiteindelijk mij het leven zou kosten.
In welke boeken kom je voor?
In Doktoren van de Staat en in Bewakers van het fragment, de eerste twee delen van De Komeet.